De mannen, die al acht jaar collega’s zijn bij het staatsgasbedrijf van de stad Cherson, zijn alle drie verkouden. Ze hebben tot hun nek door het water gewaad. “Ik wilde mijn kat redden, mijn duiven voeren,” zegt de spraakzaamste van de drie, Viktor Chymtsjenko, die in zijn vrije tijd duivenmelker is. De politie weerhield mensen ervan zijn wijk op het laaggelegen stadseiland te betreden, maar de man wist langs de controleposten te glippen. “Het water stond tot hier,” zegt hij, terwijl hij zijn hand ter hoogte van zijn keel houdt. “Wat we nodig hebben is pillen tegen de verkoudheid. Heeft u die misschien?” De drie mannen, chauffeur Viktor Kostoerski en de twee ‘majsters’ – onderhoudsmonteurs – Viktor Chymtsjenko en Nikolaj Roetsjenko, werken met gasleidingen. Ze zijn achterblijvers in Cherson: de familie van Viktor Chymtsjenko vluchtte naar elders in Oekraïne, en de families van zijn collega’s vluchtten naar Duitsland. “We hebben al zo veel meegemaakt. Waarom weet ik niet, maar ons stadseiland wordt voortdurend beschoten.” Dat de dam doorgebroken was realiseerden ze zich dinsdag al snel: ze zagen het water stijgen. Stijgend grondwater is niet goed voor gasleidingen, dus waren ze de hele dag bezig met het afsluiten van het systeem. “We konden niet gewoon weglopen,” aldus Nikolaj Roetsjenko. “We zijn de hele dag aan het werk geweest. Het was eng.” “Om ons heen stroomde alles weg,” beaamt Viktor Chymtsjenko. Woensdagochtend vertrokken ze dan toch. Ze waren net op tijd om de pontonbrug over de rivier de Inhoelets over te steken, een zijrivier van de Dnjepr, die ook buiten de oevers treedt. Nu wonen ze voorlopig met z’n drieën op een kamertje in het ziekenhuis van Velyka Oleksandrivka, een dorp in het noorden van de regio Cherson. Daar zijn ze vandaag al aan het werk geweest, want ook hier moeten leidingen worden zekergesteld. “Eigenlijk zou ik graag willen dat u over mijn duiven zou schrijven in plaats van deze ramp,” verzucht Viktor Chymtsjenko. “Dat u ze dan laat zien, aan al mijn collega’s over de grens, die ook duiven houden.” Hij laat foto’s zien van de grote volière op het dak van zijn garage, en zijn duiven van de soort ‘Kyiv lichte duif’ — schitterende witgrijze exemplaren. De duiven vliegen momenteel vrij rond. In de flat van Viktor Chymtsjenko bleven zes mensen achter, onder wie een oude vrouw, die op de eerste verdieping woont. “Het water stond al halverwege de trap. Ik wilde haar sleutel van mijn appartement geven. Ze weigerde.” Het vrijstaande huisje van Nikolaj Roetsjenko staat niet onder water, maar is er wel door ingesloten. Chauffeur Viktor Kostoerski woont in een hogergelegen wijk, maar ook zijn huis is onbereikbaar. “Zodra het mogelijk is keren we terug,” zegt Viktor Chymtsjenko. “Kom me bezoeken, dan laat ik mijn duiven zien. Als ze overleven.” “Erger dan dit verwachten we niet,” zegt Nikolaj Roetsjenko. “Hoewel,” bedenkt hij zich dan. “Misschien wordt deze oorlog nog wel veel erger.” Het was net licht. Ljoedmila Leonidivna stond naast haar huis en had naar het water gestaard, dat tien meter verderop voorbij kolkte. De vogelnesten met piepjonge vogeltjes raakten los uit het riet en werden meegesleurd. “De moedervogel vloog schreeuwend rond het nestje, probeerde het in z’n geheel op te tillen en ermee weg te vliegen. Dat lukte niet. De babyvogeltjes verdronken. Sommige vogels verdwenen met hun kroost onder water.” Afgelopen jaar overleefden Ljoedmila Leonidivna en haar moeder eerst de Russische bezetting van Tiahynka, hun dorp aan de noordelijke over van de Dnipro. “Dat was zwaar. We hadden niet gedacht dat de Russen zich zo verraderlijk zouden gedragen. We hadden zo veel gemeenschappelijk.” Toen de bezetters vluchten werd het pas echt erg. De Russen bliezen alle bruggen op en schoten met tanks de elektriciteitsmasten kapot. Vervolgens begonnen de beschietingen: eerst alleen ’s nachts, wat ten koste ging van de slaap. Vervolgens gebeurde het ook overdag. “Eerst kwam er een drone, erna volgden explosies. We sliepen in onze kleren, klaar om elk moment naar de kelder te gaan.” De dagen voor de damdoorbraak namen de aanvallen toe. Afgelopen zondag, om acht uur ’s avonds, sloeg een mortiergranaat in vlak naast hun huis. “De brokstukken vielen boven op haar,” zegt Ljoedmila Leonidivna terwijl ze naar haar oude moeder kijkt. “Ze hield een hersenkneuzing over aan de klap. Ze hoort niets meer.” Maandag had ze een afspraak gemaakt met een monteur om houten planken voor de ramen te timmeren. Dinsdagochtend om vier uur werd ze wakker van het geluid van stromend water. “Het klonk heel hard, als een tsunami.” Ze liep naar buiten en zag het water door de bessenstruiken stromen. “Er kon maar een reden zijn voor zulk hoog water. We wisten dat de dam bemijnd was.” Ze stormde naar de buren en ramde op de ramen om hen wakker te maken. De enige man in de straat tilde haar moeder, die niet meer kan lopen, naar het gemeentehuis, dat op een heuvel lag. De politie begeleidde het tweetal het dorp uit; de ambulance bracht het tweetal naar het ziekenhuis in Velyka Oleksandrivka. Haar honden heeft Ljoedmila Leonidivna losgelaten, maar niet nadat ze de in het dorp gelegerde militairen had laten beloven de dieren te voeden. “Ik hield van ze. Maar ze zouden hier niet welkom zijn.” De watervloed gaf Ljoedmila Leonidivna het laatste zetje. Zeker, ze hield van haar dorp. “Zo knus, zo mooi gelegen, aan mijn rietsjka, mijn rivier… De natuur was er zo mooi. Mensen kwamen er verpozen.” Nu wil ze niet meer terug, en hoopt ze op een nieuw thuis in het dorp. “Ik wilde altijd blijven, maar op enig moment breken je zenuwen. Dan ga je.”
Evacués uit het overstromingsgebied in Cherson: ‘Het klonk heel hard, als een tsunami’
