Meer mensen met zwaar beroep kunnen eerder stoppen met werken

door

In steeds meer sectoren kunnen we met vervroegd pensioen. Dat betekent dat iemand met een zwaar beroep bijvoorbeeld drie jaar eerder kan stoppen met werken, maar daar wordt nauwelijks gebruik van gemaakt.
Eind vorig jaar maakten slechts vijftienduizend van de honderdduizenden werknemers gebruik van de regeling, blijkt uit cijfers van het UWV. Afspraken rondom die regeling zijn inmiddels opgenomen in driehonderd cao’s. Zo kunnen werknemers in de zuivelsector met 35 dienstjaren gebruikmaken van de Regeling voor Vervroegde Uittreding (RVU). Hierdoor kunnen ze eerder stoppen met werken. In de oude cao konden de in totaal twaalfduizend werknemers in de zuivelsector pas na 45 dienstjaren gebruikmaken van die regeling. Ook in de bouw en de schoonmaakbranche bestaan zulke afspraken. De RVU is bedoeld voor werknemers die een zware functie hebben en door de verhoging van de AOW-leeftijd niet in staat zijn om gezond tot de pensioengerechtigde leeftijd te werken. In twee op de drie cao-afspraken wordt die voorwaarde al gesteld om gebruik te kunnen maken van de regeling. De werkgever keert dan maandelijks of eenmalig een bedrag uit om de periode van uittreding tot de AOW-leeftijd te overbruggen. Werknemers hebben tot eind 2025 de tijd om gebruik te maken van de regeling. In drie kwart van de cao-afspraken wordt nog een voorwaarde gesteld om gebruik te kunnen maken van de regeling: de werknemer moet een minimumaantal dienstjaren in het bedrijf of de sector hebben gewerkt. Dat aantal loopt uiteen van 5 tot 25 jaar, met een gemiddelde van 18 dienstjaren. In sommige cao’s is geen algemene RVU afgesproken. Toch kan een bedrijf dan alsnog maatwerk leveren door werknemers tot drie jaar eerder uit te laten treden. “Het idee is succesvol en dat zien we terug in het aantal afspraken dat is gemaakt in cao’s”, zegt Piet Rietman, penningmeester bij vakbond FNV en verantwoordelijke voor het pensioendossier. “Maar het valt tegen hoeveel werknemers er uiteindelijk echt gebruik van maken. Dat heeft te maken met de hoogte van het bedrag dat vroege uittreders uitgekeerd krijgen. Voor veel mensen is dat niet genoeg.” De FNV zet daarom vanaf 2026 in op een permanente RVU die voorziet in een hogere uitkering. “Daarover moeten dan nieuwe afspraken worden gemaakt aan de cao-tafels”, zegt Rietman. Werknemers geven aan dat vooral lichamelijke klachten in combinatie met zware werkzaamheden doorslaggevend zijn om deel te nemen aan de RVU. Ook zijn er mensen die lichamelijke klachten proberen te voorkomen door eerder uit te treden. Een andere reden om gebruik te maken van de regeling is dat het werkplezier is afgenomen. Verder is er nogal wat te doen geweest over de definitie van een zwaar beroep. Zijn dat alleen bouwvakkers en havenmedewerkers of bijvoorbeeld ook onderwijzers? Rietman: “Het is lastig om die definitie landelijk te bepalen. Werkgevers en werknemers zijn heel goed in staat om zelf af te spreken wat een zwaar beroep is.” Of een werknemer de uitkering wel of niet hoog genoeg vindt, hangt onder meer samen met persoonlijke omstandigheden. Een goed pensioen maakt eerder uittreden laagdrempeliger. Ook zijn er werknemers die niet eerder willen stoppen, omdat zij nog veel werkplezier ervaren.