Doe het met plezier, of doe het niet. Met die boodschap strijdt Rik van Lunsen, de eerste fulltime seksuoloog van Nederland, nog altijd voor meer lol tussen de lakens. ‘Sommige mythes over seks zijn verrekt hardnekkig.’ Vooraf hadden de internationaal bejubelde seksuologen bepaald de rollen om te draaien. Dit keer, tijdens de totstandkoming van hun tweede gezamenlijke standaardwerk, zou Rik van Lunsen de hoofdstukken slechts aanvullen en bijschaven. Collega Ellen Laan was verantwoordelijk voor de basistekst. Het liep anders. “Eerst kreeg zij kanker”, blikt Van Lunsen terug. “Toen ik. En hoewel Ellen aanvankelijk herstelde, bleek ze later toch ongeneeslijk ziek.” Het idee van een boek had hij intussen al lang in de prullenbak gekieperd. “Ellen is vorig jaar op 22 januari gestorven.” Aan de eettafel van zijn lichte huis in Amsterdam-Noord vouwt Van Lunsen (71) zijn handen onwillekeurig ineen. “Een paar maanden voor haar dood was ik bij haar op bezoek.” Het duo werkte decennialang samen in het Academisch Medisch Centrum (AMC), was dik 25 jaar bevriend. “Daar in Diemen spraken we uitgebreid over dat wat komen ging, en over haar nalatenschap. ‘Er is nog één ding wat moet, Rik’, zei ze me. ‘Ik wil dat jij dat boek schrijft.’ ” Hij denkt dat ze blij zou zijn geweest met de bundel die nu voor hem ligt. De waarheid over seks , in kapitalen op de omslag. In het boek grijpt hij terug op verschillende stokpaardjes van Laan en hemzelf. Zo gaat het over het belang van een sekspositieve opvoeding – naast lessen in ‘nee’ zeggen, moet de jeugd volgens hen vooral worden gewezen op de voorwaarden om ‘ja’ te zeggen tegen seks. Over mannenemancipatie en de seksuele genotskloof tussen de seksen. Én over de beperkingen van ‘penis-in-vaginaseks’, door Van Lunsen afgekort tot ‘piv(ven)’. Toch prijkt er ook veel nieuws op de pagina’s. Van Lunsen schrijft over fresco’s uit het oude Egypte, waarop al mannen te zien zijn met een beschermend hoesje over de penis. Hij legt uit dat libido niet bestaat, dat een embryo van 24 weken al een lichamelijke seksuele respons kan hebben, en dat de anatomie van de clitoris al in de tweede eeuw na Christus werd beschreven door de Grieks-Romeinse arts Claudius Galenus. Ook opvallend: het werkelijke doel van seks is niet voortplanting, maar puur lust, plezier en verbinding met een ander. “Het eerste standaardwerk ( Seks! uit 2017, red.) schreven we vanuit de constatering dat veel mensen überhaupt niet weten hoe seks werkt”, legt Van Lunsen uit. “Het was een soort voorlichtingsboek voor volwassenen. Dit keer is de insteek dat alle ellende rond seksualiteit vooral wordt veroorzaakt door de vele mythes over vermeende verschillen tussen seksuele capaciteiten en verlangens van beide seksen. Misvattingen die het gevolg zijn van eeuwenlange genderongelijkheid, en die verrekt hardnekkig zijn. Zo heerst nog altijd het idee dat het voor vrouwen moeilijker is om lichamelijk opgewonden te raken. Dat klopt helemaal niet.” Rik van Lunsen (71) werd geboren in Roosendaal. Na een jeugd in Den Haag studeerde hij medicijnen en onderwijskunde in Groningen. Na zijn promotie-onderzoek werd hij in 1987 aangenomen als hoofd van de afdeling seksuologie van het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam, en de eerste fulltime seksuoloog in Nederland. Hij schoof aan bij talkshows als Pauw & Witteman , werkte mee aan programma’s als Spuiten en slikken , en hielp de zedenpolitie bij onderzoek, onder meer naar verdachten van ernstig kindermisbruik. Samen met zijn collega Ellen Laan schreef hij de standaardwerken Seks! Een leven lang leren en De waarheid over seks . Van Lunsen heeft vijf volwassen dochters, kleinkinderen en een achterkleinkind. “Bij penis-in-vagina-seks zonder stimulatie van mond of handen is de kans dat een vrouw klaarkomt hoogstens 35 procent. Ter vergelijking: voor mannen stijgt dat percentage uit boven de 90 procent. Meer dan de helft van de vrouwen tussen de 15 en 25 heeft regelmatig pijn bij piv-seks, één op de vijf zelfs altijd. En toch is penetratie nog altijd hetgeen we als ‘echte seks’ zien. Ridicuul! Seks is elke seksuele gedraging die is bedoeld om genot op te leveren. “Ondanks dat soort statistieken ben ik in de jaren voor mijn pensioen juist extra optimistisch geworden. Het gaat hard. Ik zie het beeld verdwijnen dat seks, vooral vrouwelijke seksualiteit, gevaarlijk is. Vrouwen cijferen zichzelf minder weg in bed, zijn zich bewuster van de clitoris. De ‘plezierboodschap’ van Ellen en mij begint door te dringen. Kijk naar voorlichtingscampagnes. Naar de Sekszusjes op YouTube, influencers en Geraldine tussen de lakens op tv. Veel jonge mensen, vooral vrouwen, zijn goed bezig.” “Ja, steeds weer zijn er protesten wanneer kinderen dreigen te horen dat seks iets is waar je met plezier naar kunt uitkijken, dat je lol kunt beleven aan het ontdekken van je eigen en andermans lijf. Kinderen moet je niet op ideeën brengen, is de teneur, dat zou leiden tot zedeloosheid. Onzin natuurlijk. Of ik daar gefrustreerd van raak? Nee hoor. Ik zie dat soort lawaai als de laatste oprispingen van het al dan niet christelijke patriarchaat en de daardoor gehersenspoelde vrouwen. Naarmate ze macht aan het verliezen zijn, maken ze meer herrie.” “Vanaf het moment dat ik als kind vragen begon te krijgen over seksualiteit, gaven mijn ouders me de antwoorden. Soms vonden ze dat wel moeilijk hoor, dan verwezen ze me naar een boekje in de kast. Dáár ligt de sleutel tot een ‘gezonde’ seksuele ontwikkeling: voorlichting. Op school, maar vooral ook van ouders. Het is ongelooflijk belangrijk dat je van jongs af aan positieve informatie krijgt over alles wat met seksualiteit te maken heeft, alle vragen mag stellen die ieder kind heeft, en je de ruimte krijgt om seksueel oefengedrag te vertonen dat bij je leeftijd past. “Mijn ouders deden dat heel goed, en bij de opvoeding van mijn vijf dochters heb ik geprobeerd hun voorbeeld te volgen. M’n ouders waren tamelijk open en vrijzinnig over seks. Die houding kwam deels voort uit de oorlog, denk ik, allebei hebben ze moeten onderduiken. Mijn Joodse moeder om niet in de kampen terecht te komen, mijn vader om de Arbeitseinsatz te ontlopen. “Ze waren negentien en verloofd toen de Duitsers Nederland binnenvielen. Een aantal jaar hebben ze elkaar niet gezien, enkel contact gehad middels brieven die via de binnenvaart werden meegesmokkeld. Toen ze elkaar na de bevrijding weer in de armen vielen, besloten ze regels als ‘geen seks voor het huwelijk’ terzijde te schuiven. Jezelf bewaren? Bekijk het even, vieren dat leven!” “Indirect wel. Net als mijn belangstelling voor vrouwengezondheid trouwens. Niet alleen schudden mijn ouders door die zwarte periode dogma’s van zich af, ook ontwikkelden ze een aversie tegen onrechtvaardigheid. Die hebben ze aan mij en mijn zus doorgegeven. Het maakt mij boos dat mannen eeuwenlang meer lol hebben beleefd in bed. In mijn ogen is een plezierig seksleven een mensenrecht.” Van Lunsen werd getogen in Den Haag, iets wat zijn tongval nog altijd verraadt. “In de buurt waar ik opgroeide, werden weleens jonge vrouwen zwanger. We hebben het over het einde van de jaren zestig, anticonceptie was er niet of nauwelijks. En mijn vader was een liberale arts. Weliswaar anesthesist, maar via zijn netwerk wist hij een betrouwbaar adresje waar vrouwen op een veilige manier abortus konden ondergaan. Dat was toen nog illegaal. “Als tiener heb ik zodoende een paar keer opgetreden als intermediair, heb ik abortussen voor vrouwen geregeld. Op die manier kwam ik al vroeg in aanraking met seksuele ongezondheid en genderongelijkheid.” “Klopt. Daar werd ik in 1979 hoofd van de polikliniek voor geboorteregeling. Seksuologie was toen nog geen vak. Ik merkte al snel dat veel vrouwen helemaal niet voor anticonceptie kwamen. Ze kaartten pijn bij het vrijen aan, hun gebrek aan zin in seks, vertelden me dat ze niet konden klaarkomen. Die drie dingen hebben met elkaar te maken, zijn meestal het gevolg van onplezierige seks. Mijn boodschap is: doe het met plezier of doe het niet. “Door wat cursussen en stages bijeen te schrapen ben ik toen seksuoloog geworden. Het was destijds een nieuwe titel. Een van mijn grootste triomfen is dat het een serieus vak is geworden, al is het nog altijd niet beschermd. Ik kan het niet vaak genoeg zeggen: kies altijd een seksuoloog NVVS, die is geregistreerd bij de Nederlandse Wetenschappelijke Vereniging voor Seksuologie. Er lopen allerlei beunhazen rond die zich seksuoloog noemen, zonder enige opleiding of beroepscode.” “Eind jaren tachtig solliciteerde ik als jonge, net gepromoveerde dokter op de enige fulltime seksuologiebaan van Nederland. En tot mijn stomme verbazing werd ik aangenomen, in 1987 ging ik aan de slag in het AMC. Via via kwam ik in contact met Ellen, toen een piepjonge psycholoog die bezig was met haar promotieonderzoek. Het was het begin van een levenslange samenwerking. “Al snel ontdekten we dat we over veel dingen hetzelfde dachten. Voor ons is seksueel plezier de enige zinnige uitkomst van alle voorlichting, hulpverlening en onderzoek op het gebied van seksualiteit. We vulden elkaar ook heel goed aan, denk ik. Ik was de praktijkman zij de theoreticus. Ik de onderwijsman, zij de wetenschapper. Zo hebben we elkaar een heleboel geleerd.” “Of ik nog vaak aan haar denk?” Luid lachend wijst Van Lunsen naar het boek op tafel. “Ik moet wel! Na mijn pensionering zijn mijn vrouw en ik een paar keer lang op reis geweest met die houten camper die buiten staat, onder andere naar Ierland. De volgende reis hebben we maar even uitgesteld. Met dit boek is het circus weer losgebarsten. Ik doe het nog altijd met plezier hoor, superviseer ook nog altijd mensen in de opleiding tot seksuoloog. “Toch twijfel ik om de herregistratie daarvoor aan te vragen. Ik wil voorkomen dat mensen tegen me beginnen te zeggen dat ik inmiddels te oud ben voor het vak. Het is tijd dat een nieuwe generatie seksuologen het stokje overneemt.” ‘De waarheid over seks’, Ellen Laan en Rik van Lunsen, De Arbeiderspers, 352 blz., € 25,99. “Toen mijn vriend Theo de Vries de voorflap van mijn proefschrift ontwierp, heeft hij ook dit kunstwerk gemaakt. Prachtig hè? ‘Wie is er bang voor het gynaecologisch onderzoek?’, zo luidde de titel van mijn onderzoek. Ik vond dat het onderwijs voor dat soort onderzoek oubollig was, veel te theoretisch. Zonder enige vaardigheidstraining stortten studenten zich na vier jaar op de praktijk. “Ik vond dat het anders moest, ben altijd al eigenwijs geweest. Ik heb trainingen opgetuigd voor vrouwen die docent gynaecologisch onderzoek werden. Daarbij traden ze gelijktijdig als docent en als de te onderzoeken ‘patiënt’ op, studenten kregen de mogelijkheid om het onderzoek op een sensitieve manier te oefenen. Alleen al doordat die mogelijkheid er ook was, werden studenten min of meer gedwongen om na te denken over zo’n intiem onderzoek, waarbij communicatie zo ongelooflijk belangrijk is. “Met die ommezwaai haalde ik de landelijke pers. Ik belandde bij Sonja Barend, de nestor van de Nederlandse televisie, andere universiteiten dachten dat we daar in Groningen gestoord waren. Toch was dat type onderwijs – behalve het oefenen met elkaar – zeven jaar later overal in het land ingevoerd. En het bestaat nog steeds, al wordt het nu op een aantal plekken bedreigd door bezuinigingen.” AMC-seksuologe Ellen Laan werd wereldwijd bekend met haar onderzoek naar seksualiteitsbeleving van vrouwen. ‘Hoog tijd dat vrouwen hun eigen genot vooropstellen.’ Een seksueel feminist, met een heldere missie. Seksuoloog Ellen Laan , die op 59-jarige leeftijd overleed, wilde vrouwen ‘clitbewust’ maken: ze moeten hun genot voorop stellen.
‘Penetratie is nog altijd wat we als ‘echte seks’ zien. Ridicuul!’
