Europees Parlement stemt in met ‘anti-wegkijkwet’, wat kunnen bedrijven nu verwachten?

door


Donderdag keurde het Europees Parlement met 366 stemmen voor en 225 tegen een voorstel goed dat bedrijven moet verplichten beter te kijken naar de omstandigheden waarin hun goederen worden geproduceerd. Deze ‘anti-wegkijkwet’, zoals de Nederlandse PvdA-Europarlementariër Lara Wolters hem noemt, geeft straks juridisch gewicht aan vragen die bedrijven zich nu alleen vrijwillig hoeven te stellen. Hoe zwaar is het werk van de naaisters in die textielfabriek in India, waar onze kleding wordt gemaakt? Wat is de milieuschade die wordt aangericht bij het winnen van de metalen die nodig zijn voor onze windturbines? Worden die vrouwen in Kenia die de blaadjes voor onze Liptonthee plukken wel genoeg beschermd tegen hun opzichters? Straks zullen bedrijven zich dat over hun hele toeleveringsketen moeten afvragen. Dat bedrijven van minimaal 250 werknemers en 40 miljoen omzet moeten onderzoeken waar de risico’s in hun aanvoerketen zitten. Daarover moeten ze verslag doen. Werknemers bij toeleveranciers kunnen straks klachten indienen, waarna het bedrijf zich moet inspannen om de situatie te verbeteren. Doet het dat niet, dan kan het een boete krijgen. Ook kunnen bedrijven makkelijker aansprakelijk worden gesteld voor schade. Wolters is het meest trots op de klimaatparagraaf die in het voorstel is opgenomen. Voor het eerst in de geschiedenis moeten individuele bedrijven solide klimaatplannen maken en uitvoeren, waarop ze kunnen worden afgerekend. Onder meer de bonussen van bestuurders worden daaraan (wettelijk) gelinkt. Over de auteurs Michael Persson is economieverslaggever en commentator van de Volkskrant , met een focus op de winnaars, de weggetjesweters en profiteurs van het systeem. Als Amerika-correspondent won hij journalistiekprijs de Tegel. Marc Peeperkorn is sinds 2008 de EU-correspondent voor de Volkskrant . Hij woont en werkt in Brussel. Zeker. Het was dan ook een zwaarbevochten overwinning, zegt Wolters, die niet alleen verantwoordelijk was voor de tekst, maar als onderhandelingsleider ook een parlementaire meerderheid heeft veiliggesteld. Op het laatste moment kwamen met name de Europese christen-democraten, die met het voorstel zouden meestemmen, onder zware druk te staan van de Duitse CDU om het voorstel met vijftig amendementen te ontmantelen. Dat is ze niet gelukt. ‘Gelukkig lieten veel christen-democraten hun principes spreken’, zegt Wolters. ‘Het heeft me wel slapeloze nachten gekost.’ BusinessEurope, de Europese bedrijvenkoepel, vindt het veel te ver gaan, omdat de regeldruk te hoog wordt en de straffen te zwaar zijn. Directeur Markus Beyre vindt dat de regels ‘te gedetailleerd’ zijn en ‘slechts bedoeld lijken om te straffen’. Ook wordt er te weinig onderscheid gemaakt tussen echte schade en procedurele fouten, vindt hij. ‘Dat is een grote zorg.’ Ingrid Thijssen van de Nederlandse werkgeversorganisatie VNO-NCW, die ook lid is van BusinessEurope, drukt zich wat milder uit. ‘Dit is een cruciale stap voorwaarts.’ Wel vindt zij de ‘juridische onzekerheid die de voorgenomen wetgeving met zich meebrengt nog altijd groot’. Maatschappelijke organisaties zijn over het algemeen redelijk tevreden. Maar Oxfam Novib vindt dat het voorstel toch te veel is afgezwakt. ‘De richtlijn zou voor alle bedrijven moeten gelden’, zegt expert maatschappelijk verantwoord ondernemen Bram Joanknecht. Bovendien duurt het nog jaren voor de richtlijn van kracht wordt. Hij roept de Nederlandse regering op om zelf door te gaan met eigen wetgeving, die strenger moet zijn dan het voorstel van het Europese Parlement – dat verder dreigt te worden afgezwakt. Zoals in elk Europees wetgevingsproces zijn er drie partijen die de uiteindelijke wettelijke richtlijn moeten gaan formuleren: het parlement, de Europese Raad (waarin de lidstaten vertegenwoordigd zijn) en de Europese Commissie. De EU-lidstaten willen een stuk minder ver gaan dan het parlement. De onderhandelingen daarover beginnen eind deze week. Wolters, die ook die onderhandelingen leidt, denkt dat de lidstaten (bijvoorbeeld Duitsland) met geitenpaadje zullen komen om de aansprakelijkheid voor de bedrijven te beperken. ‘Dat wordt nog een gevecht. Ik ben nu nog even aan het nagenieten.’